2007 Met de IJsvogel voor het eerst op Zee: Denemarken en Fünen – 6 weken

Vrijdag 20 juli 2007; Borkum: 53°33’70N/006°45’00E

2007 1 Denemarken Fünen Foto’s

Rond 21.30 in de avond. Klassieke piano-muziek via de I-pod speaker. Net terug van de eerste keer uit eten bij het restaurant van de jachthaven. Het plenst buiten! Wij liggen met de boot even verderop in de “SAR”- haven. (Save and Rescue). Min of meer gratis liggen: vrijwillige “Spende” voor de jeugdclub. Wel stroom en water.

We zijn  onze tocht begonnen door op Zondag 15 juli naar Medemblik te gaan. Boot  geordend. Aantal zaken van boord, waaronder de grote tent. Veel houdbaar voedsel geladen plus alles wat plukbaar was uit de moestuin. Eerste dagen luxe gegeten: biologische lamsschouder van De Hondspol, met vers geplukte groente (tuinbonen, courgettes, sjalotjes) in rode wijnsaus. In de oven door laten garen. ’s Avonds nog een Irish Coffee op het terras.

Medemblik-Workum: 20 mijl.

Het weer is wisselvallig. Afgelopen periode veel regen, onweer en harde wind. Voorspellingen voor maandag zijn slecht. Maandag 16 juli ziet het weer er inderdaad slecht uit. Forse buien met veel water komen vanuit west nederland deze kant uit. We besluiten niet te gaan. In de watersportwinkel op de haven een bodywarmer en bootschoenen in de uitverkoop verkocht. Tegen de middag wordt het weer beter en we besluiten toch te gaan varen. Rond 14.00 varen we uit met gunstige wind en redelijk veel zon. Rond een uur of 18.00 in Workum aangekomen. Meine heeft nog even boven in de mast (via de hoge trap) het windvaantje vastgezet. Lekker gegeten; voor de 2ekeer van het lam. Rond 20.00 wordt de lucht zwart. Een enorm onweer met zware windstoten barst los. Gelukkig veilig in de haven.

Workum-Harlingen: 15 mijl. Totaal 35.

Dinsdag 17 juli  rond een uur of 10.00 varen richting Harlingen. Mooi weer, stevige wind en zon. Het gaat lekker snel.

Inmiddels wel ontdekt dat de koeling in de kombuis niet werkt. Heel vervelend zo aan het begin van de vakantie. We bellen wat her en der en uit eindelijk komen we aan het adres van de firma Bijko (gebroeders) met een haven aan het Van Harinxmakanaal. We kunnen daar, wanneer we aangekomen zijn terecht. Inmiddels gaat het steeds wat harder waaien. Binnenvaren in Harlingen druk. Juist op dat moment breekt de helmstok af, althans de laatste 30 cm. Er valt gelukkig toch nog wel mee de sturen. We leggen even aan bij een aantal andere schepen die wachten tot de brug/sluis open gaat. Is dicht vanwege het hoge water en de harde wind. We besluiten dan maar direct het binnenland in te varen door de sluis. Gaat voorpoedig. Bijna 2 meter verval naar beneden. Even nog door een brug en dan direct na een werf voor “bruine vloot schepen”, een klein vaartje is en direct weer rechts is de haven van Bijko. Zeer informeel en welwillend. We besluiten de boot ook maar direct even op de helling te zetten voor een kleine inspectie. (wel prettig gevoel na drie jaar niet uit het water en aan het begin van zo’n lange reis). Bovendien doet al 2 dagen de snelheidsmeter het niet. Er blijkt een slakje in gegroeid. Kleinzoon zet er de waterslang op en het radartje draait als een tierelier. Ik maak in kuip een foto van de gedenkwaardige snelheid van meer dan 50 knopen. (later blijkt dat hij waarschijnlijk de thermometer heeft beschadigd, want sindsdien is de watertemperatuur zo’n 56 graden celcius). Ook wordt de boot even schoon gespoten. Inmiddels heeft Pake onze oude helmstok mee om maar meteen een nieuwe te maken. Ik ga even bij hem in de werkplaats kijken. Een mooi stuk mahonie wordt uitgezocht. Hierop wordt de vorm van de oude getekend, ietsje korter want hij was wel wat lang, en met een behoorlijk ouderwetse lintzaag wordt hij op vorm gezaagd. Vervolgens geschuurd, nagemeten en klaar is Pake.

Deze werf blijkt een goede reputatie te hebben, ze bouwen moderne motorschepen, maar ook de Noordkaper!

De koeling in de kombuis, waar het allemaal om begonnen was, is niet te repareren. We laten het zo en 1 van de mannen moet toch nog een boodschap doen en gaat een 12 Volt koelbox halen bij een auto zaak. Beetje lastig, maar zal net voldoen, denk ik.

Harlingen-Vlieland: 20 mijl. Totaal 55

Woensdag 18 julinog even douchen bij Bijko en vervolgens richting Harlingen om Hinne op te halen. Hij zal met ons meevaren tot Kiel, zodat we niet alles alleen hoeven te doen. Hij heeft veel ervaring en bovendien is het gezellig.

Zeer voorspoedig door het Van Harinxmakanaal. De brug en sluizen openen direct voor ons. Binnen het uur zijn we weer in Harlingen, waar we hem oppikken. Nog even boodschappen bij AH en vervolgens koers richting Vlieland. We vertrekken om 13.00 en komen om 16.00 aan. Mooie wind W-ZW  4-5 en zon. We vinden een mooi plekje in Vlieland, ook al ligt de haven erg vol. Vaak is er zelfs geheel geen plek, maar we hebben toch maar het risico genomen. Snel brood gehaald, was ik vergeten en de mannen “maakten zich ernstig zorgen” daarom. Meine en ik daarna nog even naar het dorp. Erg druk. 1 van de 3 zomerbraderieen was aan de gang. Op aanraden van Hinne gaan we op zoek naar een drie-weg stekker, zodat als alle stopcontacten bezet zijn (zoals nu het geval is) we toch stroom hebben. Ook maar direct een stuk kabel gekocht om te kunnen verlengen. Lekkere hapjes bij “Zilt” gekocht en een fles Friese malt whisky: “Frysk Hynder”: kadootje voor Hinne en voor onszelf. Lekker aan boord gegeten. Stevige biefstukken voor de grote tocht morgen. Daarna Palaver om de route uit te stippelen. We ontdekken dat we de kaartenserie “Wadden-Oost” missen. We zijn nog nooit oostelijker dan Terschelling geweest en Meine heeft zich helemaal niet gerealiseerd dat de Wadden 2 kaartenseries heeft. Wat nu? Ik gan snel naar de havenmeester, die is al dicht, maar ik tik op de ruit en ze doen nog even open. Ik vertel wat er aan de hand is en heel toevallig hebben ze daar een nieuwe set liggen die ik kan kopen. Alternatief was geweest om lang schepen te gaan en de kaarten van iemand te kopen, die dan morgenvroeg zelf een nieuwe serie kan kopen.

Vlieland-Borkum (53°33’70N/006°45’00E): 80 mijl. Totaal 135

Donderdag 19 juliWe vertrekken om 05.15 met mooi weer. Weinig wind, de zon komt op; prachtig! Doel is Nordeney of Borkum. Voorlopig op de motor. Stroom mee. Er komt later wat wind, maar helaas NO. We besluiten naar Borkum te gaan omdat het harder gaat waaien en we dan tot laat tegen de wind in beukend naar Nordeney moeten. Bovendien blijkt de invaart van Nordeney lastig met NO wind. Het laatste stuk van de buitenboei Borkum in, duurt erg lang. Stroom tegen en we doen er zo’n 4 uur over. Rond 20.30 zijn we bij de haven. We willen eerst in de jachthaven gaan liggen, maar die blijkt een zeer ondiepe toegangsdrempel te hebben. Even daarvoor geeft de dieptemeter 0.0 aan. Dat gaat niet lukken. Dan maar naar de Burkana haven waar ook de ligplaats is van de “Save And Rescue” boot. (die we een paar dagen later nodig blijken te hebben, maar dat weten we nu nog niet). We melden ons bij “Meckie Messer”. Biertje gedronken en de liggelden bestaan uit een “Spende” voor de jeugvereniging. Gezellig sfeertje. Er zijn nog een paar mannen en gezamenlijk kijken we in een oud boek dat ze net hebben gekregen over de roemruchte gerschiedenis van de “Deutsche Kriegsmarine”. Allemaal zeer imposant en oorlogszuchtig. Het mooiste is nog een wereldkaart met daarin getekend een zeer beperkt aantal neutrale landen/volkeren (waaronder Nederland), dan een aantal Duitsvriendelijke landen(ongeveer 1/6 deel van de wereld), zoals Argentinie en de rest van de wereld, rood gekleurd: de “Feindgebiete”. Die moesten blijkbaar allemaal nog overwonnen worden, maar zoals bekend is dat niet gelukt.

Intussen heeft Hinne even naar huis gebeld en het blijkt dat het niet goed gaat. Hij besluit morgenochtend vroeg de veerboot te nemen en naar huis te gaan. Jammer voor ons, maar zeker ook voor hem. Hij geeft ons nog goede raad en we besluiten het rustig aan te doen.

Vrijdag 20 julinemen we een dag vrij om Borkum te verkennen. Hinne vertrekt om 07.00 en wij slapen nog “even” door tot 11.30. verder. Rustig ontbijten. Max uitlaten en rond 14.30 het treintje naar Borkum genomen. Leuk om zo’n echt Kur-ord te zien. Wel vooral veel winkels en commercie. Meine koopt 2 nieuwe lange broeken voor aan boord (later blijk ik ze precies te passen. Voor het eerste hebben we dezelfde maat) en nog een paar shirts. Bij de oude broek heb ik wat gaten gestopt, dus een paar nieuwe is geen overbodige luxe. We wandelen naar de promenade en drinken een koffie bij een strandtentje. Maak wat foto’s van het strand met de kleurige badhuisjes. Even internetten voor het weer en dan hebben we het eigenlijk wel gezien. Om 16.30 treintje terug. We besluiten om in het restaurant van de jachthaven te gaan eten. Eindelijk weer eens een Wienerschnitzel. De wijn is duur per glas, maar veel en erg lekker. Ik besluit zoveel mogelijk Duitse wijn te drinken. Sowieso heeft men hier meer wit dan rood op de kaart staan. Maar ook de rode is goed! Ik maak nog een paar nachtfoto’s van de haven en de lichtjes en we gaan slapen. Het weerbericht is goed en morgen gaan we met zijn tweeen richting Nordeney.

Borkum-Nordeney (53°42’20N/007°10’00E): 40 mijl. Totaal 175

Zaterdag 21 juli.Mooi weer en eerste een stevige wind (5-6). Het gaat aardig te keer als we rond Borkum varen richting de buitenste ton. De genua staat eigenlijk te groot en intrekken is nog een hele klus. We stampen en rollen! Best wel spannend. Ik moet ineens denken aan mijn werk en dat dít eigenlijk pas echt stress is, voor zover ik die trouwens heb de laatste tijd met werken. Wel schieten me de gedachten van enkele collega’s in he hoofd, die het de laatste tijd hadden over “veilig” of niet. Die zouden volgens mij zo eens moeten gaan varen op zee. Hier krijgt veilig of onveilig pas echt betekenis heb ik het gevoel. Bevestigt me weer in mijn eigen instelling, van heel vroeger nog, dat voor mij onveilig eigenlijk alleen in relatie tot leven, gevaar en dood staat.

We varen lekker door en eenmaal om de boei en iets meer ruim varend, wordt het rustiger. Lekker zonnetje, Meine maakt mooie aktiefoto’s van spattend water. We zijn al snel bij Nordeney. We zien ook hier de typische contouren van een Kur-ord promenade verschijnen. Ook redelijk wat moderne hoogbouw trouwens. We hebben een prima ligplaats aan de kade naast de haven en dus niet in een box. De dubbelstekker van Hinne biedt al direct uitkomst, aangezien alle stopcontacten “vol” zijn. Naast ons komt ook nog een HR34, de “Freya” liggen. Een ouder echtpaar, dat vroeger een HR29 had. De man praat met spijt over de verkoop van dit schip. De 29 had hij “total im griff” en qua ruimte is het niet veel meer. Zo is de ruimte in de kuip bij ons eigenlijk groter, omdat we geen overloop hebben die middendoor loopt. Leuk om te horen. Ook Hinne had al gezegd dat het schip zo lekker vaart en stevig voelt. Hij heeft een HR312.

In het havengebouw, mooi en nieuw, lekker douchen weer eens na 4 dagen. We drinken een drankje en eten aan boord. Morgen blijven we hier een dagje.

Zondag 22 juli. Wandelschoen aan en op pad. Max laten we aan boord. Bij de veerboot besluiten we toch 2 fietsen te huren. Dan kunnen we het gehele eiland verkennen. Eerst maar eens naar het stadje. Dit is nog meer een Kur-Ort dan Borkum heb ik het idee. Hotels, stammend uit de Keizertijd en nu nog steeds zeer aantrekkelijk voor de oudere welgestelden, die hier ook echt komen kuren. Het groot aantal “Kur-Apotheke” is hier een bewijs van. Als er een bui dreigt gaan we snel op een overdekt terras van een groot oud hotel zitten om koffie te drinken. Vervolgens richting de promenade gefietst en vandaar het fietspad de natuur in. De zon schijnt en het is prachtig. We komen bij de vuurtoren die toevallig net 2 uur open is en beklimmen die voor het uitzicht. Dan verder tot het eind van het fietspad. Daar verder gelopen via een wandelpad. Prachtig gebied met heel veel paars-roze bloemen. Veel foto’s gemaakt en heerlijk gewandeld tot aan een soort Sluchter. Daar richting het strand; weids, schoon en leeg. Snel, er komt weer een bui aan, even gezwommen, de temperatuur viel me erg mee. De bui ook, want die drijft voorbij. Wel prachtige luchten daardoor. We lopen en fietsen terug en zijn om 19.00 weer in de haven. Eindelijk weer eens een heerlijk dagje in de natuur met mooi weer. Daar kunnen we even op teren.

’s Avonds lekker gegeten in het restaurant van de haven.

Nordeney-Cuxhaven (53°52’50N/008°42’50E): 70 mijl. Totaal 245

2007 2 Denemarken Fünen Foto’s

Maandag 23 juli en Dinsdag 24 juli. We vertrekken om 08.15 vanuit Nordeney, met zeer weinig wind en dus op de motor. Bovendien is de wind ook tegen, voorzover die er is. Het heeft geen zin om de genua uit te doen. Buiten gekomen zien we al heel wat grote schepen in de verte. Wij varen in de “jachtjes-zone” en hoeven voorlopig nog niet uit te kijken. Pas bij de monding van de Weser (bij Bremen) zullen we voor het eerst de vaarroute van de scheepvaart moeten kruisen. Na verloop van tijd krijgen we stroom mee. Het gaat lekker op de motor. De GPS geeft eerst als ETA Elbe-boei 17.00 aan en later als 16.35. Dat gaat goed, want dan komen we precies met goede stroom voor de Elbemonding uit. Zo hadden we het in ieder geval bedacht.

En dan gebeurt het. Ik ben even binnen, hoor een soort “doffe klik” en direct daarna varen we veel langszamer: “Meine, doe jij dat?” Ik denk dat hij gas terug neemt. We zijn net voorbij de monding van de Weser, en dus ook net voorbij de drukke vaarroute van grote zeeschepen. Eerst leek het ook nog even dat de tank leeg was, maar ik had vergeten het metertje “aan” te zetten. Toch bijgevuld. Grootzeil gehesen om te kunnen manouvreren. Even later komt een NL schip aanvaren en ik zeil er naar toe en schreeuw en maak gebaren. Goed gevoel toen het de steven wendde en op ons af kwam. (kan me nu wel enigszins voorstellen he het is als je echt in nood bent en hulpt lijkt onderweg. Ik voelde ook even: ik moet nu echt hard schreeuwen, want hij ziet ons niet en vaart door). De schipper (Martin Kosser, Assum 8, 1911 ML Uitgeest, ligplaats van de “Indian Summer” is Monnickendam). De schipper luistert naar ons verhaal en komt aan boord. Ik blijf zeilen en neem hun schip op sleeptouw. Deze vaart zonder met motor uit. Martin stelt allerhand vragen en heeft ideeen wat het kan zijn. Motor maakt volop toeren als hij in zijn vrij staat. In versnelling niet boven de 1500! Geen enkele stuwingskracht omdaat onze klapschroef meer nodig heeft om uit te klappen. Meine en hij beginnen te sleutelen. Ik zeg: “Je weet er wel veel van!” Hij blijkt scheepsmachinist te zijn geweest. Wat je noemt een geluk bij een ongeluk. Dat hebben wij weer. Midden op zee (nouja) een NL schip tegenkomen met iemand aan boord, die verstand van zaken heeft. Alle filters bekeken en 2 vervangen. Meine heeft altijd reserve aan boord! Het scheidingsfilter zit vol rommel (micro-organismen veroorzaakt door vuile diesel), terwijl Meine dit pas vervangen heeft. Waarschijnlijk is door het tekeer gaan van het schip en een niet geheel volle tank de rotzooi in het filter gekomen. Dit blijkt niet te helpen. Vervolgens leidingen los gemaakt en door geblazen. Ook dit werkt niet. Diagnose: waarschijnlijk dieselpomp ook vuil en misschien zelfs kapot. Ook zijn de verstuivers misschien aangetast. De tank moet sowieso schoon gemaakt worden. Dat gaat tijd (en geld) kosten. We roepen de SAR op en die geeft instructies om te gaan zeilen in hun richting. Hij zal ons oppikken en naar Cuxhaven slepen. Martin en vrouw (Lilian) vervolgen hun weg. We zullen ze op de hoogte brengen na de vakantie.

Er komt steeds meer wind en er dreigt ook een bui. Om 19.15 zie ik een stipje aankomen uit de juiste richting, dat steeds grote wordt. Het is de grote SAR boot. Meine denkt nog even dat die alleen echte zware noodhulp verleent en niet voor ons bedoeld is. Echter hij draait bij een geeft instructies. Een zeer lange lijn wordt uitgebracht. Wij vullen een formulier in m.b.t. aansprakelijkheid voor schade. En vervolgens gaat het met 7.5 knopen richting Cuxhaven, waar we om 00.30 aankomen. Op zich prima tocht met veel te zien. Enorme stroom tegen. Bootsman vertelde later dat op een bepaald moment de echte snelheid nog maar 2,5 was geweest. Inmiddels waait en regent het hard. Ideaal om mijn nieuwe Musto-pak te testen. Bij de jachthaven aangekomen lanceert de Hermann Helms een kleine reddingsboot, die de sleep overneemt. Bij de monding van de jachthaven staat zeer sterke stroming, die ik maar net op tijd in de gaten heb. Inmiddels harde wind en regen en donker natuurlijk. De bedoeling is dat de boot ons langszij neemt en zo tegen de kant aandrukt bij een vrije plek. Dat lukt echter niet direct. We drijven heel snel in de javenkom af, richting de rotsen. Vervolgens lukt het wel, maar zo laat dat we bijna de Freya (HR34 van mensen die we in Borkum ontmoet hebben en die, naar later blijkt het zelfde probleem hadden). Op 20 cm na gaat het goed doordat het reddingsbootje vol achteruit slaat. Uiteindelijk levert hij ons af aan de lange steiger en maken we vast. Meine en ik zitten een tijdje stil om te bekomen van alles en drinken er nog maar even een glaasje wijn op. Om 01.30 uur te bed.

Dindags besteden we aan wachten op een monteur en het wegdrukken van sombere gedachten: enorme kosten, tijdverlies van vele dagen, enz. Ook  bedenk ik me wat er gebeurd was als de mannen op zee de motor wel aan de praat gekregen hadden. Dan waren we 2,5 uur vertraagt en waren met sterke stroom/wind tegen, in het donker Cuxhaven in  moeten varen. Door de drukte van alle grote schepen en in het vieze weer. Dat zou niet gelukt zijn en de enige mogelijkheid dan is, weer de zee op, bijvoorbeeld richting Helgoland en wachten op betere tijden. En natuurlijk besteden we onze tijd aan het uitwisselen van ervaringen. Het lijkt wel of iedereen deze problemen eerder heeft gehad of iemand kent die ze had. Aardig om te zien zijn ook alle, verschillende!, oplossingen, tips en ideen die we krijgen. Ook gebruik in de dag om alle vuile was te doen in de Miele wasser en droger van de haven. Lekker gemakkelijk, zo direct alles weer schoon en droog aan boord.

Echter om 16.35 komt Herr Kramer. Overigens concentreert hij zich eerst op Max en dat vind ik een goed teken bij een man van de techniek. Hij heeft eerst het probleem aan boord van de Freya verholpen en voor € 40 lost hij ook ons probleem snel op. Dat hadden we niet verwacht. Tank schoonmaken, kapotte dieselpomp, vervuilde verstuivers, waren onze gedachten. Hij haalt wat vuil nog uit de tank (die moet later wel een keer schoon natuurlijk) en ontlucht nog eens goed en de motor loop weer als een zonnetje. Hij beveelt aan voortaan in ieder geval “Diesel-plus” aan de diesel toe te voegen.

’s Avonds gaan we eten in het restaurant van de haven. Gezellig en lekker. Deze keer neem ik een entrecôte. Inmiddels wordt het weer slecht weer en we lopen in een bui terug naar de boot. Alle schepen gaan enorm te keer. Als we bij de boot zijn, vraagt onze buurman hem te helpen zijn grote schip af te duwen zodat er nog een “fender” tussen kan. Het is nog een heel gedoe zo’m groot zwaar schip afduwen. Als dank nodigt hij ons aan boord uit voor een thee met rum. We zeggen geen nee. Hij is getrouwd met een Braziliaanse en ze (Folke en Margaritchie) hebben samen een dochterje. Het gesprek gaat al snel over rassenverschillen, allochtonen en ook de 2eWO. Folke is zelf Pool van oorsprong (1944) en zijn familie is gevlucht in de oorlog. De ene helft was pro Hitler en de andere niet. In zijn familie waren de vrouwen degenen met geld en bezit en hij kon wel begrijpen dat de mannen de oorlog injgingen om hun mannelijkheid te bewijzen en “onder het juk van de vrouwen uit te komen”. Al hun bezit zijn ze kwijt geraakt, maar ik kreeg de indruk dat ze tch nog wel wat bezit gered hadden, met hulp van de Polen uit hun geboortestreek.. Het was een interessante avond. Margaritchie was geheel idolaat van de vriendelijkheid van de Nederlanders. Volgens haar leken ze op Brazilianen, in de zin van dat wij ook gemakkelijke en graag contact hebben en ook emotioneel betrokken zijn.

Cuxhaven-Brunsbüttel: (53°53’30N/009°8’70E): 19 mijl, totaal 263.

Woensdag 25 juli We slapen uit, gaan boodschappen doen. 10 liter diesel bij de bezinepomp. Nieuwe filters als extra voor de motor. Dieselplus voor de tank en ook nog 2 grote nieuwe stootwillen (Fenders). De afstanden zijn redelijk en het kost ons veel tijd aan lopen, zo zonder fiets. Maar goed beweging aan boord krijg je niet veel, dius eigenlijk is het prima. De supemarkt is ver weg en ik ga er vast heen met het karretje van Mama. Meine brengt ondertussen de technische spullen aan boord en zal me tegemoet komen. De supermakt is gigantisch. Ook allerlei niet etenswaren als TV’s en huishoudelijke apparatuur. Het duurt een hele tijd voor ik alles gevonden heb. Niet prettig zo’n grote zaak. Eenvoudige kwark zonder smaak hebben ze niet of ik kan het niet vinden. Alles past precies in mijn karretje en na een tijdje kom ik Meine tegen. Hij eet onderweg nog een pannekoek met appelmoes en dan zij we weer bij de boot. Om 17.30 varen we uit richting Brunsbüttel, waar de sluizen zijn van het Kieler Kanaal. Mooie tocht. Wind mee, de genua erbij en kijken naar alle grote schepen die ons voorbij komen.

Als we aankomen bij de sluizen, kunnen we direct doorvaren. Er liggen al wat jachtjes in. Direct na ons gaan de sluisdeuren dicht en we zakken iets meer dan een meter. Het verval valt me mee. Direct na de sluis is een kleine jachthaven waar we gaan liggen. We zijn er om 20.35. We liggen naast een stel Duitsers en daarnaast naast een Nederlandse Koopmans. Snel koken en ik ben bekaf. Ik lig rond 22.00 in mijn bedje.

Brunsbüttel-Rendsburg: 35 mijl. Totaal 298

Donderdag 26 juli Als we wakker worden rond een uur of 9.00 is de haven al bijna geheel leeg. Gedurende de nacht heb ik verscheidene malen gemerkt dat er enorme zeeschepen vlak langs de haven de sluis in gingen. Zeer imposant. Nadat ik Max heb uitgelaten, valt me op dat er een tekst op de NL vlag van het Koopmans schip staat, en wel de 3 titels van de laatste boeken van Piet Weisfelt. Ik begin er een gesprek over met de vrouw aan boord en vertel dat ik 1 van de boeken gelezen heb. Zij roept naar beneden: “Piet, hier is iemand die je boek gelezen heeft”. (de rituelen van de stam) Wat een toeval weer. Leuk hoe hij reageert, zovan: “toch mooi na al die moeite van het schrijven dat er ook mensen zijn die het lezen. Op zijn vraag wat ik er van vond, zeg ik eerlijk dat het eerste stuk me zeer boeide, maar dat de daarwerkelijke beschrijving van de rituelen met te specialistisch was. Ik heb het boek dus nog niet helemaal uit. Achteraf bedenk ik dat ik hem nog compliment had willen maken over zijn boek “Nestgeuren”.

Voordat we gaan nog even naar het museum over de aanleg van het Kielerkanaal, dat bij de opening door de keizer destijds plotsklaps het “Keizer Wilhelm-kanaal” gedoopt werd, zonder dat men dit vantervoren wist. En bedoelde hij zichzelf of zijn vader? De echte drijvende kracht achter het kanaal was Bismarck: hij wilde Sleeswijk Holstein militair op de kaart zetten en een kanaal waar de Duitse Kriegsmarine snel vanuit de Oostzee naar de Noordzee kon komen, was dan natuurlijk slim bedacht. Leuk om de oude foto’s te zien. Drie dagen feest bij de opening in 1895 waarbij alle toenmalige adel vanuit geheel Europa was uitgenodigd. Ik vond vooral de foto’s van de trotse arbeiders mooi om te zien. Die hadden het tcoh maar voor elkaar gekregen, ondanks allerlei tegenslag, met name in Brunsbüttel, omdat daar de ondergrond nog al moerassig was en er veel verzakkingen waren. Net na Brunsbüttel gooien we de dieltank vol. Er gaat 30 liter bij. Ook het super plus diesel extra gaat erbij.

Het varen over het kanaal is niet bijzonder spectaculair. Er lijken niet zoveel hele grote schepen op pad. Wel nog net voordat we vertrokken foto’s gemaakt van een cruiseschip dat door de sluis kwam. Vele passagiers aan dek. Elkaar bekijken. Redelijk weer. Af en toe de genua er bij, als we niet te veel valse wind krijgen door de bomen. Interessant zijn de oude gietijzeren en geklonken bruggen. De meest interessant zijn helaas “verpakt” vanwege renovatie.

De streek zelf is mooi en groen. Het lijk me ook boerengebied. Af en toe zie ik het graan op de akkers staan.

We komen om 19.30 aan in Rendsburg. Snel koken en eten, lekkere vis gekocht in Cuxhaven en via onze minimale koelvoorziening toch op temperatuur gehouden.

Vrijdag 27 juli.We blijven hier een dagje, ook omdat het zoals de Duitsers zeggen “Scheisswetter” is. Enorme buien met veel regen. En dus het stadje gaan bekijken. Rond 13.00 zijn we in het stadje, dus tijd voor de lunch, lekker glaasje witte wijn bij de salade. Wel leuk en historisch. Ook een oude garnizoensplaats en we vinden daar oude gebouwen van, zoals een Arsenaal (nu school en museum), de paradeplaats en ook de feitelijke kazerne. We lopen ook door de achteraf straatjes, die er best leuk uit zien. Aardig wat oude huisjes.

Nog wat boodschapjes gedaan: een goede kwaliteitsparaplu, die al een tijdje op mijn lijstje stond, een extra map om onze technische papieren in te ordenen. Meine eet een ijs en ik een ijsje en vervolgens terug naar de boot. Inmiddels is er aardig wat zon gekomen, dus lekker even in de kuip zitten en wat lezen. Nog even op internet voor de weerberichten en email. Overigens sinds die paraplu is het redelijk goed weer geworden! Eindelijk weer eens een van Tseyang, dus ik heb direct geantwoord.

2007 3 Denemarken Fünen Foto’s

Rendsburg-Laboe (54°24’068N/10°12’781E): 28 mijl. Totaal 326

Zaterdag 28 juli.We vertrekken om 11.15 uit Rendsburg en zijn om 14.30 bij de grote sluis in Holtenau. Af en toe lekkere wind om de genua erbij te zetten. De motor blijft aan, want dat moet op het kanaal. Om 15.45 zijn we weer uit de sluis. Net als we in de sluis zijn een enorme bui; ik ben net op tijd in het havenkantoor (om te betalen voor het bevaren van het kanaal € 12) in korte broek en hemdje. Mooi om van zo hoog de bui te zien aankomen. Na mij verschijnt iedereen in dikke pakken en zeiknat.

Na de sluis ineens het ruime water van de Kieler Bocht, een klein zonnetje en redelijke wind. Mooie baan met groene heuvels, veel villa’s en jachthavens. Schoon, helder water. Ik merk dat er nu pas een last van me af valt. We zijn in rustig water, waar we geen rekening hoeven te houden met getijden, stroom en drukke scheepvaart. Denemarken, we komen er aan!

Als we de sluis uitvaren eerst maar eens richting Kiel varen om te zien hoe het daar is. Ik had iets meer zeilromantiek verwacht, zoals oude schepen. Wel een paar jachthavens gepasseerd met zeer grote jachten. Vervolgens richting Laboe. Eindelijk weer eens gezeild zonder de motor: mooie wind, hard op momenten dat er een bui in de buurt is. We halen 6.8 knopen alleen op de genua. Nog een tijdje gekeken naar een stuntend vliegtuigje en toen de haven in. Geheel vol en met veel moeite vindt de havenmeester een plekje voor ons. Dat is nu weer het voordeel van een klein jachtje; we passen snel in een gaatje.

Internet en geprobeerd de navigatiesoftware, die bij de kaarten zat te laden, maar nog niet aan de praat gekregen.

Lekker gegeten in het restaurant van de haven. Iets te culinair wat mij betreft en teveel, dus Meine heeft mijn portie ook nog opgegeten. Fijn gepraat samen. Toen in verliefde stemming naar de boot!

Laboe-Maasholm(54°40’50N/009°59’00E): 30 mijl. Totaal 356

Zondag 29 juli.Vandaag uitgeslapen (zoals iedere dag zo ongeveer) en toen om 13.15 richting Maasholm. Vandaag was zeilen eindelijk weer doel opzich en niet een middel om ergens te komen. Mooie wind 3-5 NW en zelfs wat zon. We beginnen onder vol tuig, maar later neemt Meine toch wat zeil terug, omdat af en toe als er buien dreigen de wind toeneemt. Dat vaart meer comfortabel en net zo snel: met gemak 6,5 knopen. Ik voeg de waypoints van Maasholm in de GPS en het is een eitje. Rustig kruisend richting ons eerste (nog steeds Duitse) fjord. We komen aan om 19.30 en vinden snel een plaatsje. Ik duik direct de kombuis in om te koken. In vind het leuk om steeds een lekkere maaltijd klaar te maken: deze keer groenteschotel broccolli en aardappel met stukje runderrookworst en een zelfgemaakt kerrysausje. Dat lekker in de oven. Werkt prima. (vanochtend voor de 2ekeer op de weegschaal. Dat “mag” op zondag en het valt mee. 87,5)

Na het eten nog even een rondje door en om het dorp. Maasholm is een klein vissersplaatsje, waar men met kleine houten (met polyester bedekte) kotters en nog kleinere scheepjes vis vangt. Een kleine werkhaven waar in bij naderend donker veel foto’s maak. Aan de west zijde van het dorp zijn nog de kleine houten haveninhammetjes, waar vroeger de lange houten visroeiboten lagen. Interessant om te zien. En zoals Meine zei: een dorpje om tot rust te komen.

Maandag 30 juli. Vanmorgen om 05.00 uur hoorde ik de storm beginnen. Enorme wind en regens. Het was voorspeld en daarom zijn we ook niet voor anker gegaan. Ook al hebben we daar zo langszamerhand veel zin in. Later horen we op het weerbericht dat op sommige plekken op de Oostzee (meer oostelijk) in buien windkracht 9-10 verwacht wordt. Wij blijven vandaag in de haven. Boodschappen doen, lekkere verse vis gekocht (Dorsch/kabeljauw), koffie gedronken en besloten later een grote wandeling te gaan maken. Eerst even naar de havenmeester om te betalen (€ 12 per nacht, gratis stroom en internet.)

Max gaat mee. Het gaat sowieso goed met haar. Helemaal in het begin heeft ze 1 keer gekotst, misschien zeeziek. Daarna niet meer. Als we varen ligt ze binnen op de bank en alleen als we heel erg te keer gaan, is ze wat onrustig. Verder vindt ze alles prima, lijkt het.

We maken een prachtige wandeling door een natuurgebied ten oosten van de haven, in de wind en af en toe in een bui. Vervolgens langs het strand. Heel veel kwallen die aangespoeld zijn of vlak bij de branding dobberen. Grote stenen en keien en als af en toe de zon er door komt prachtige kleuren. We lopen tot aan “Gut Oehe” en gaan daarna binnendoor terug naar het dorp; een kleine 10 km gelopen. Bij de vissershaven samen een frietje gegeten met een biertje erbij.

Aan boord de vis bereid in de oven met wortelen en selderij. De saus die van gisteren over was “omgebouwd” tot een vissaus, door er rettich en was kaas door te doen. Aangelengd met witte wijn. Het was “eetbaar”, zoals Meine zegt.

’s Avonds lekker gelezen. Ik ben bezig in het boek van Paul Theroux: “Riding the Iron Rooster”, zijn belevenissen treinreizend door China. Morgen wil ik daar iets over in mijn verslag schrijven.

Dinsdag 31 juli. Lekker geslapen. Max uitgelaten. Ze gaf aan dat ze nodig moet: heel opgewonden door de boot rennen en mij veel aankijken. Ze doet dan ook een plas op de steigers. Meine is douchen, ik was me aan de kraan. Ontbijten en verder met mijn verslag. Ik ben nu eindelijk helemaal “bij”.

Terug naar Paul Theroux, die mijn eigen reis-herinneringen weer levend maakte! Dank daarvoor. Zijn manier van schrijven en observeren doet me denken aan de manier zoals ik dat zelf deed tijdens de reis met mama, en ook in Nepal. Er komen allerlei herinneringen bij me boven. Zoals hij de Gobi (Mongoolse betekenis: Heel groot en droog. Of: de waterloze streek) beschrijft. De gigantische wildernis, zoals de chinezen zeggen: hij schrijft: “Ik zag 18 schapen die zich verdrongen in een vlekje schaduw onder een schriele meidoorn”, doet me denken aan mijn beschrijving:

  1. Het landschap wordt leger. Hier en daar een kameel. Na ongeveer 3 uur zien we minder Gers en paarden meer. We naderen de Gobi woestijn. Het wordt warm in de trein en gelukkig is het de wagonchef gelukt een raam te openen. De prijs is wel dat er af en toe een wolk dieseldamp naar binnen komt. We worden momenteel getrokken door twee locs. Het ziet er redelijk droog uit, ook waar we gisteren waren, maar ik weet niet of dit de droogte is, of dat dit normaal is. Kamelen heb ik al gezien. Misschien ook nog wel Gazelles! We passeren net twee paardjes en een man die in de schaduw (om 12.00 uur ?!) van een elektriciteitspaal zit!

Pas sinds 1956 rijdt hier de trein. Onvoorstelbaar, wat een vlakte. Nog steeds kuddes paarden en koeien, maar wel minder. Ook spooksteden doordat men in 1992 nogal wat Russische luchtmachtbases verlaten heeft. Zojuist gestopt in zo’n stadje. Het stationnetje inderdaad net een roze suikertaart. Verder alles half uit elkaar gevallen a.g.v. betonrot. Toch wonen hier mensen. Ik geloof dat ik liever naar Siberië gestuurd zou worden.

15.00 uur. Droog, echte woestijn. Heuvels, een enkele kameel, min of meer, verlaten dorpjes, oud (Russisch militair) roest, bunkers en verscholen hangars die eruit zien als sneeuwbergen. Een grote droge vlakte. Ineens een hele mooie bonte vogel. Af en toe een kleine oase, waar het iets groener is. Nog steeds kleine kuddes paarden en runderen (±16.00 uur). We rijden nu al een uur of 8 door dit gebied. Zomaar een ruiter te paard. Een groene jeep. 

Ook heeft hij het ergens over dat de trein langszamer gaat rijden en dat hij zo beter zijn indrukken van het steeds vreemdere landschap kan verwerken. “Als je hier snel per vliegtuig aan zou komen, waar dan ook vandaan, zou het een ruimtereis zijn geweest en volledige verbijstering tot gevolg hebben gehadden”, brengt bij mij de herinneringen aan Dolpo 1994 terug.

Tegen het eind van de middag komen we in de buurt van Do-Tarap, het einde van de vallei. Het dal wordt nog breder en we lopen op vlak terrein. Op zich eentonig, maar zeer majestueus. De bergen om ons heen zijn beige van kleur en onbegroeid. Hooguit hier en daar een struik en wat gras. Vooral veel stof en ik ben al een contactlens kwijt, dus ik draag mijn zonnebril vooral tegen het stof.

Onze groep loopt nu erg uiteen en later hoor ik van de anderen dat ook zij dat prettig vinden. Het is een belevenis die ieder van ons blijkbaar graag alleen doormaakt. Heel in de verte zie ik, met de zon er nog op, wat gebouwen opdoemen. Ze zijn in de kleur van de  bergen, maar de zon valt precies op een wit met bruin/rood beschilderde Gompa en wat bijgebouwen. Een prachtig gezicht. Is dit het einde van de wereld?. Of begint hier juist alles?

Fijn om nu de tijd te hebben deze herinneringen op te schrijven en niet alleen gehaast snel het logboek van deze reis bij te werken. Waarschijnlijk gaan we pas varen als de wind mindert. Nu vol tegen om naar Sonderborg te gaan. Vanmiddag voor anker?

In de haven nog even een praatje gemaakt met de eigenaar van HR 29 nr. 473 de Tern (wij hebben 474). Ook zijn schip was eigendom geweest van de Engelse Marine te Kiel en het was interessant de wetenswaardigheden uit te wisselen. Hij wist te vertellen dat men erover dacht om toch weer 29’s speciaal te laten bouwen, omdat die zo bevielen in vergelijking met de grotere HR’s.

Maasholm-Okseøer: (54°51’60N/09°40’5E): 35 mijl. Totaal 391

Woensdag 1 augustus.Eindelijk bladstil! Die wind de gehele tijd om de oren is best vermoeiend, merkte ik gisteren. Het is 21.10 en we liggen voor het eerst voor anker met een paar andere jachten tussen 2 piepkleine eilandjes in aan het eind van de  Flensburg Fjord. We liggen aan de Deense kant. Overkant van het water is Duits. Dus eindelijk dan toch in Denemarken! Lekker gegeten: best wel culinair. Meine pasta met groente saus en ik pasta met vis (van eergisteren) in de heerlijke saus die nog over was.

Gisteren bleef de wind maar waaien en zijn we niet voor anker gegaan, het bleef te onstuimig. Dan maar weer de tijd benut om een wasje te doen.

Vanochtend voor ons doen vroeg opgestaan (8.30 uur), even nog snel wat brood gehaald en uitgevaren. We waren niet de enigen. Velen hadden duidelijk gewacht op deze weeromslag: weinig wind (alsthans voor wat we gewend zijn; 3-4-5 vandaag) en zon. Ruim 6 uur gevaren met een gemiddelde snelheid van 6 knopen.

Een heerlijke dag. Veel gezeild, een heel eind opgekruisd de fjord in. Hier even wennen aan de ondieptes en aan het feit dat de bodem hier uit rots bestaat en niet uit zand/klei.

Tijdens het koken Maria Callas aan via de I-pod en de JBL speaker; het klinkt wat oneerbiedig, die combinatie, maar wij genieten ervan.

Meine is Max uitlaten in onze kleine SportYak, de afwas is gedaan en ik zit hier lekker. Het begint op vakantie te lijken. Er is een mooie zonsondergang aan het ontstaan.

Als het donker is kijk ik nog een keer naar het water en zie de enorme hoeveelheid kwallen. Maak een foto met flitslicht en dat laat helemaal een gruwelijk plaatje zien. Zijn ze giftig en ga ik hier uberhaupt zwemmen?

Okseøer-Sottrupskov Bro: (54°58’30N/09°44’9E): 25 mijl. Totaal 416

2007 4 Denemarken Fünen Foto’s

Donderdag 2 augustus.Beetje bewolkt en geen wind. De wind die er is, is gedraaid en daardoor wederom tegen om de fjord uit te kunnen varen. De zon komt als snel en ik was me m.b.v. een paar putsen water in de kuip. Even koud, maar het went snel. Voorlopig ga ik niet bij die kwallen!

Vanmorgen heeft Meine de behandeling van de fysiotherapeut toegepast, die hij de laatste keer deed: ik op mijn rug liggend en Meine aan mijn hoofd trekkend om de zenuw wat meer ruimte te geven. Ik heb namelijk al 2 weken last van het bekende pijntje in mijn rug met uitstraling naar mijn rechterarm. Onder de douche bij de jachtwerf Bijko voelde ik het er in schieten. Later op de dag merk ik dat het werkt. Morgen nog maar een keer.

We varen om 11.00 weg. Om 11.05 zit ik aan de grond! “Even niet opgelet!”, zoals Riet uit Loenen zou zeggen. Gelukkig een zandbodem en we zitten maar zo’n 20 cm erin, maar het voelde als een berg waar we opgleden. Motor in achteruit helpt niet. Ik besluit hulp te halen bij het eilandje. Als ik een eindje weg ben in de SportYak zie ik beweging komen in de boot. Het lukt Meine weg te varen. Het effect van mijn bescheiden gewicht dat van boord stapte?

Stuk op de motor en als er meer wind komt, lekker zeilend richting Sonderburg, waar we even willen aanleggen om een “Sejlerens-gids”te scoren. Lekker zeilend (WK 3-4) met een zonnetje komen we er om 15.00 aan. Max aan de wal, even een paar kleine inkopen en ik snel even douchen om mijn haren te wassen. Het havenkantoor is dicht tot 17.00, dus we besluiten verder te gaan, de Alssund in. Sonderburg lijkt een leuk stadje met een mooie promenade met houten huizen. Er ligt een prachtige grote motor klipper. Hier krijg ik van een zeer bereidwilligge havenmeester alsnog mijn gids. Het kantoor is weliswaar gesloten, maar hij haalt de sleutel uit zijn auto en geeft me 2 gidsen, van dit gebied en van de Kieler Bocht/Duitse Wadden.

Om 15.42 draait de Christiaan-X klapbrug, dus dat gaat redelijk snel. “voor ut lappie” met zeer weinig wind varen we de fjord in. Zo heerlijk rustig! Uiteindelijk toch maar even de motor bij , omdat het wel erg langszaam gaat. Ons doel is de ankerplaats Dyvig ten noorden van de Alsfjord. Deze fjord is inderdaad prachtig; breed, heuvels rondom met akkerbouw en lieflijke huisjes. Rond 18.00 zie ik het gehucht, waar we nu liggen. Dit ziet er ook wel als een mooie ankerplaats uit. Het wordt ook zo beschreven in onze gids; de havenlotse, die bij onze kaartenset hoort. Tonutoe heb ik daar meer aan, dan als de gratis gids; daar staan alleen (commerciële) jachthavens in, want het wordt betaald uit advertentieopbrengsten. We ankeren en ik laat Max uit. Een leuk klein boerengehucht, waarvan de huisjes zijn opgeknapt en zoals het lijkt in bezit genomen door stedelingen. Toch is de sfeer heerlijk en de stilte overweldigend. Gek is dat ik wel geluid hoor van een grasmaaimachine, maar dat er op de achtergrond een soort basisstilte is. In Nederland is er op de achtergrond altijd een basisruis waarneembaar.

Er is een culinair uitziend restaurant en ik besluit Meine (en mezelf natuurlijk) te tracteren. 3 uur later en € 152,– lichter, roeien we terug naar de boot. Het was heerlijk en goed eten, maar ik baal toch een beetje van al dat geld. Op de een of andere manier past dit soort eten niet bij het leventje wat we nu leiden.

De boot ligt rustig stil en we gaan vroeg slapen. Om 02.00 word ik wakker omdat de wind opsteekt. Meine ligt rustig, diep ademend naast me te slapen. Ik ben onrustig en ga kijken of we wel goed liggen. Dat blijkt het geval en het ziet er allemaal kalm uit, beschenen door de maan. Toch kan ik niet slapen, ook vanwege de deining en de ademhaling van Meine, die net niet snurken is. Als ik voor de 4ekeer uit het luik kijk of alles goed is, zegt hij (naar later blijkt halfslapend) “ga toch slapen. Alles is in orde”. Ik ga liggen en val subiet in slaap. Om 7.30 begint Max te piepen en we staan maar op. Meine laat haar uit. Het bleek met de hoge nood nogal mee te vallen, dus maar even in de gaten houden. Ze piept namelijk nooit zonder een reden. Gisteren lag ze aan haar linkerpootje te liggen, waarvan de knokkels helemaal dik en opgezwollen waren. Misschien toch een te lange wandeling een paar dagen geleden. We vergeten af en toe dat het een oud hondje is, omdat ze zich altijd zo “jong” gedraagt.

Sottrupskov Bro-Dyvig: (55°02’60N/09°42’1E): 15 mijl. Totaal 431

Vrijdag 3 augustus.  Na een onrustige nacht van slecht slapen, vroeg wakker geworden vanwege gepiep van Max. Vervolgens ontbeten en nog wat gerommeld en uiteindelijk pas om 11.45 gaan varen. Vanmorgen weer even met Henk en Garmyn gebeld: ben blij dat het beter met haar gaat. Tijdens het varen later word ik wat melancholisch als ik me bedenk, dat zij eigenlijk de enige “familie”  is die ik bel op zo’n reis. Alszij er niet meer zijn, voel ik me volgens mij as echt wees.

De wind is weer fors, maar het is wel zonnig. We varen al kruisend met gereefd zeil richting Dyvig, een baai waar we voor anker gaan. Ik ben gespannen, omdat het steeds zo opletten is. Tijdens het varen zie ik net op tijd de zogenaamde de “Oostkardinaal-boei”, omdat andere schepen er heen  varen. Als ik die niet gezien had, waren we stevig aan de grond gelopen. Het zijn van die bijna foutjes, die maken dat ik me vanochtend niet zo gemakkelijk ontspan. Gisteravond viel ook bijna mijn camera uit mijn tasje toen ik met Max was wezen wandelen en uit de SportYak stapte. Net op tijd zag ik hem boven het water hangen. Na zo’n nacht slecht slapen blijkbaar wat overgevoelig. Het waait weer fors en gelukkig heeft Meine het zeil gereefd. Dan nog gaan we met gemak 6,5 knopen. De wind is heel erg onvoorspelbaar aan en vlagerig. Ik moet denken aan de spreuk uit onze zeilgids: “er is geen wind, er is wind en er is ‘Lieve heer laat deze wind stoppen wind’”. Natuurlijk is het niet zo erg, maar continue kracht 5 met vlagen van 6 is toch wel vermoeiend. Ik ben eigenlijk de gehele tijd actief. We varen zo’n 20 mijl en komen dan bij de baai van Dyvig, allom geprezen. Het is inderdaad een prachtige baai en we varen er voor de wind met een kleine genua in. De echte toegang is zeer smal en je ziet precies de zandbank waar we om heen moeten. Er liggen minder schepen voor anker dan ik verwacht had op een vrijdagavond.

We liggen om 14.30 voor anker en een kwartiertje later liggen we allebei te slapen. Ik eerst nog even buiten op de bank, maar later gewoon echt in bed. Zeker wel 2 uur geslapen. Daarna gekookt van de restjes en met het bootje naar de wal. Een piepklein steigertje geeft toegand tot een steile opgang naar akkerland, waar de boeren aan het oogsten zijn. Mooie omgeving en ondanks de landbouwmachines toch stil.

We lopen het pad af en komen bij een boerderij. Vervolgens het dorpje door gelopen. Een stille sfeer: een man haalt Max aan, iemand heeft met tegels een plek gemaakt voor de afvalcontainer en kijkt er tevreden naar. Aan het eind van het dorp begint iemand met kleiduivenschieten, hetgeen Max in paniek brengt. Ze rent het erf op en probeert het huis binnen te gaan. Bijna terug bij de boot zien we een paar vossen op de akker en even later ook hun hol

Zaterdag 4 augustus.  Heerlijk geslapen en al om 08.15 wakker. Lekker even in het zonnetje in de kuip en wakker worden. Als Meine wakker is even zwemmen samen. Koud, maar toch wel lekker. Dit wordt de dag waar ik al de hele vakantie op wacht. Voor anker, weinig wind en in de zon. Tijd en zin om de boot eens echt goed schoon te maken. De zon houdt er weliswaar mee op, maar dat maakt niet uit. Als ik bijna klaar ben met poetsen, begint de zon weer te schijnen. Meine doet via het bootje de gehele romp en ik de kuip, inclusief de blauwe zeiltjes en later ook dek. Dat ziet er een heel stuk beter uit. Verder nog lekker in de zon gezeten/gelegen en wat gelezen. Ik zit nu dit verslag bij te werken met een rood hoofd van de zon en de wijn. (De laptop opgelaad via de 12 Volt omvormer, maar wel door ook de motor 45 minuten stationair te laten draaien. Anders kan de accu het niet aan). Meine is bezig de blauwe rand te poetsen. Kortom, een heerlijke dag met alles erop en eraan!

2007 5 Denemarken Fünen Foto’s

Dyvig-Aarø: (55°15’70N/09°43’8E): 17 mijl. Totaal 448.

Zondag 5 augustus.We worden zo langszamerhand rond een uur of 8.00 wakker, dus we zullen wel uitgerust raken. Ik voel me in ieder geval wel zo, zeker na een dag als gisteren. Meine wil voor we gaan varen nog even de blauwe rand in extra was zetten en ik wil kijken of ik naar het eind van de baai kan lopen via het akkerland. Max mee en het is al warm op de akkers. Ze hijgt behoorlijk dus ik draag haar af en toe. Het is een heel eind lopen, maar wel mooi. Mooi uitzicht vanaf het hoogste punt. Aan de andere kant blijken koeien, die ineens zeer nieuwsgierig worden en indachtig de verhalen van onze buurman boer Teunis in Portugal, (een koeienman in het nauw gedreven door koeien!) ga ik snel terug. Temeer daar ik Max in het schaduwplekje aan een boom heb gebonden. We varen om 10.45 uit en het is weer voor de spinnaker. Terwijl we varen bel ik Marijke B. even. Ik laat haar het geluid van het kabbelend water horen door de telefoon en het doet haar aan Griekenland denken. Leuk om zo even te babbelen.

Na een tijd helemaal geen wind meer. Blijkt dat hij aan het draaien is van zuid naar oost, dus spinnaker weg. De wind wakkert wat aan en we kunnen precies op koers met zo’n 6 knopen naar onze bestemming varen.

Ankeren bij Aarø kan niet want te weinig ruimte en we willen wel even de haven in. (douchen, stroom, water, wat inkopen) We hebben nu 4 dagen achtereen geankerd. Heerlijk was dat. Gelukkig is dit een zeer kleine en landelijk gelegen haven, dus zo erg is het niet. Direct maar even op zoek naar een winkel. Die blijkt er niet echt te zijn. (het is een klein eiland), maar 1 km verderop blijkt iemand die zijn die groente zo direct vanuit de moestuin verkoopt. Ook nog honing en zelf gestookte rozebottelwijn gekocht. Terug bij de haven blijkt er wel een winkeltje bij de camping. Daar loop ik nog even naar toe, heen en terug zo’n 4 km, dus heb ik mijn beweging weer. Daar hebben ze ook niet zoveel, maar in ieder geval wat zuivel. En ik kan tegen 5% 1000 kronen opnemen (100kroon=€15). Lekker buiten in de kuip gegeten: verse sla, gebakken aardappels (nog steeds van eigen teelt!) met uien en een gegrild kippetje uit de kiosk aan de haven.

Daarna bezig met mijn foto’s geweest en gelukkig op tijd gezien dat er een prachtige zonsondergang is over het water, waar een aantal mensen van zit te genieten.

Later besloten dat we morgenochtend even aanleggen in de grote haven aan de overkant om nog wat inkopen te doen en te kijken of ik op internet kan (dit verslag verzenden en lange termijn weerbericht). We zijn nu precies drie weken onderweg en zijn pas op de helft. Ongelooflijk en heerlijk zo’n lange vakantie. We hebben nu toch het plan opgevat om tot Kopenhagen te varen als het weer redelijk blijft. Een mooi doel!

Aarø-Æbelø: (00°00’00N/00°00’0E): 37 mijl. Totaal 485.

Maandag 6 augustus. Eerst naar Aarøsund gevaren om boodschappen te doen en water te tanken. Dat gaat allemaal zeer voorspoedig. Een klein supermarktje direct aan de haven. Meine concentreert zich op het kiezen van de rode wijn; onze voorraad moet nodig aangevuld worden. Ik doe de rest. Om 13.00 varen we richting Æbelø. Eerst varen we richting Middelfahrt: mooi weer wederom en een lekkere wind. We varen door de Faenøsund, een mooi bebost gebied. In de buurt van Middelfahrt neemt de wind toe en we moeten zeil minderen. Ik stuur tegen de wind en Meine zal reven. Ik merk echter een sterke stroming die me richting 1 van de peilers van de grote brug stuwt, dus ik besluit: eerst voorbij de brug en dan pas reven. Gelukkig dat ik dit soort dingen begin te merken en ook niet eerst aan Meine vraag wat te doen. Voorbij de brug zeil geminderd en via de vuurtoren naar buiten richting Æbelø. De windrichting is goed en we zouden het net moeten kunnen halen. Echter er staan enorme golven en we beuken tegen de golven op. Veel bruiswater en zeer spectaculair. Echter zoveel dat we erover nadenken om terug te gaan. We gaan nog maar krap 3 knopen; tot ik de GPS snelheid zie en merk dat we meer dan 2 knopen stroom mee hebben. Toch maar doorgaan. En bovendien dit stuk moeten we sowieso door! We varen door en ik kijk door de verrekijker naar het eiland: liggen er wel schepen voor anker, of kan het helemaal niet vanwege de windrichting. Ik plan alvast een alternatieve route naar Juelsminde in op de GPS. Pas op het laatst zien we scheepjes liggen. In de luwte van het eiland wordt het ook steeds rustiger. Om 19.15 laten we het anker vallen in een prachtige baai. Prachtige zonsondergang. Er liggen hier aardig wat scheepjes en ook wat kleine motorbootjes.

Dinsdag 7 augustus.eerst maar eens even zwemmen om wakker te worden. Knap koud en niet te vergelijken met de baai van Dyvig. Je ligt hier ook eigenlijk min of meer midden in zee. Het water is helder en er zijn hier ook wat “mooiere” (voor zover je daarvan kan spreken) kwallen te zien. Meer vlezig en rood roze van binen. Meine controleert nog even het filter van de diesel en alles blijkt oké.

We besluiten een lang wandeling op het eiland te maken. Het is niet bewoond, maar dat wel geweest: voor landbouw en bosbouw. Ook werd er vroeger gejaagd toen het particulier eigendom was. Dat is te merken, want vanaf de  boot zien we plots een grote reebok met een mooi gewei, over het strand rennen. Het eiland is prachtig; we dwalen op blote voeten wel zo’n 4 uur over het eiland en lopen langs stranden, door bossen met prachtige varens, ik trap bijna op een klein slangetje, we horen het geluid van de Wielewaal, maar zien hem niet. Kortom in alle rust en stilte op onze eigen wijze genieten we van het eiland. Veel foto’s gemaakt.

’s Avonds beluiten we te gaan bbq’en op het strand. Dat hoort zo vind ik en je moet toch kunnen zeggen dat je dat in ieder geval één keer gedaan hebt. Weliswaar niet met versgevangen vis, maar met kant en klare worstjes, maar het is toch wel heerlijk. Prachtig uitzicht over de boot en de baai. Geproost op Nanet die jarig is en genoten van de zonsondergang.

’s Avonds Daan en Reni gebeld. Daan gruwt van onze verhalen en vindt het allemaal zeer spannend. Hij is geen zeiler. Met Reni gaat het beter. Ze heeft nieuwe medicijnen. Vorige zondag “trad ze op” tijdens de “Gayparade” in Amsterdam.

Abelø-Korshavn: (55°36’30N/10°36’6E): 18 mijl. Totaal 503.

Woensdag 8 augustus.Nog steeds mooi weer. Al meer dan een week. Vandaag een korte tocht naar Korshavn. Lekker gezeild en via een zeer nauwe ingang de baai ingevaren. Ook een mooie plek, maar wel drukker dan onze vorige ankerplaats. Hier zijn allerlei vakantiehuisjes. We blijven aan boord en varen de volgende morgen weer door.

Mijn boek over China heb ik uit. Het laatste hoofdstuk ging over de reis naar Tibet. Mooi om te lezen dat de reactie van Tibetanen als ze een foto van de Daila Lama krijgen precies eender is zoals ik in Dolpo heb meegemaakt: eerbiedig aanpakken, naar het voorhoofd brengen en met de lippen aanraken. Wat ik verontrustend vind is dat Theroux beschrijft dat de Tibetanen niet ten onder gaan, omdat ze al hun gebouwen vanzelf weer opbouwen, na de Chinese verwoesting en gewoon door blijven gaan met hun geloof. Ik noemde dat destijds de “elastieke ziel”, ze veren altijd terug en als je er tegen duwt krijg je geen weerstand. Zo verdwijnt de neiging tot duwen (vechten) vanzelf. Alleen het toerisme zou hen eronder kunnen krijgen, maar die komen niet, omdat de reis te vermoeiend en ingewikkeld is……………..en een trein zal er nooit komen omdat het Kunlungebergte dit onmogelijk maakt. Tot 1997 dan, want is er vorig jaar niet een spoorrails naar Tibet aangelegd?

Korshavn-Kerteminde: (55°27’20N/10°40’0E): 22 mijl. Totaal 525.

2007 6 Denemarken Fünen Foto’s

Donderdag 9 augustus.Voordat we gaan varen bel ik onze oudbuurvrouw uit Loenen (ook verhuisd) Gertruud, om haar met haart verjaardag te feliciteren. Leuk om bij te praten en fijn om te horen dat het met Kees goed gaat. Ontroerend om te merken, dat ze het zo leuk vindt dat ik bel. “Iets uit het verleden, dat toch nog bestaat”. Toevallig om te horen dat neef Arthur inmiddels een baan heeft in Langbroek.

Het vele ankeren is heerlijk. Ik raak net weer zo “verwilderd” als vroeger. Iedere dag dezelfde kleren aan. (wel af en toe gewassen). Geen make-up en mijn haren kam ik alleen wanneer ik ze net gewassen heb. Haarband erin en klaar. ’s Ochtends overboord om wakker te worden. En aangekomen bij een nieuwe plek als een kind zo nieuwsgierig hoe her hier zal zijn en of het “leuk” is. Vroeger: “Ik ga kijken of er bekenden zijn”.

We vertrekken om 11.05 en denken dat het een kort tochtje wordt. Echter vanaf het moment dat we de Grote Belt invaren hebben we stroom tegen dus het gaat wat langszamer. Wel lekker varen. Tegen het eind dreigt een onweersbui en  Meine doet een reef in het tuig (had hij er net uitgehaald). De bui drijft over en ik doe wel drie keer mijn Musto-broek aan en uit. Uiteindelijk een paar druppels en geen extra wind. Toch is dit veel beter, dan met teveel tuig een bui over je heen. Tegen het eind varen we nog maar 1 knoop en we halen het zeil neer en gaan verder op de motor. We komen om 17.05 aan en vinden een plekje in de haven. Vrij groot, maar wel prima. Het is een regatta haven en er worden ook zeilwedstrijden gehouden.

Eerst lekker douchen en haren wassen. Daarna op het terras van het havenrestaurant gegeten. Op zich lekker, maar duur. De prijzen hier voor uit eten zijn hoger dan in Nederland en helemaal een verschil met wat we inmiddels gewend waren in Duitsland.

Vrijdag 10 augustus. Slecht geslapen. Zo’n droom waarin je met je hoofd wel wakker bent en krampachtig bezig bent om je lichaam ook wakker te krijgen. Kan me herinneren dat ik begon te klappertanden en uit allemacht schreewde. Van dat geschreeuw werd ik uiteindelijk wakker. Daarna wel weer ingeslapen.

Rustig opstaan. Op de steiger in de bikini onder de koud waterslang om wakker te worden. Geen zin om naar een drukke en warme douche te gaan.

Allereerst maar eens ontbijten, de havenmeester betalen, kijken voor internet, enz. Het regent vandaag en het is miezerig. Eigenlijk een prima dagje voor in een haven. Eerst maar even naar het “Fjord en Baelt center”, een museum en openluchtcentrum met tuimelaars en zeehonden. Het is vooral voor kinderen en die zijn er in grote getalen. Echter de aquaria zijn best mooi en ik maak er aardige foto’s van. Ook van een tuimelaar. Als het niet lukt ze in het wild te zien, dan deze foto een beetje manipulren?

Het is een het stadje met inderdaad oude pandjes, maar wel gevuld met de gebruikelijke winkels. Niet interessant. We belanden in de achterafstraatjes. Op zoek naar wat te eten lopen we over de brug naar de visserijhaven. We zien een goed restaurant en besluiten net als die keer in Italie, maar eens zeer uitgebreid te gaan lunchen. Echter, we zien een klein café in een voormalige visrokerij en dat spreekt veel meer aan: biertje (Odense Classical. Odense is de hoofdstad van het eiland Funen, waar we nu omheen aan het varen zijn), gerookte haring op roggebrood. Prima sfeertje en natuurlijk veel voordeliger dat het restaurant. Daarna wil ik nog even naar een antiekwinkeltje dat ik heb gezien. De eigenaar verkoopt mooie dingen. Er is te veel om in één keer te zien en iedere kamer zien we 3 keer. Meine koopt een oude zilveren briefopener met een uil met groene oogjes als heft en nog een bladlegger. Nu ik nog. Meine ziet wat sieraden, maar de ring die ik echt mooi vind, is natuurlijk weer de duurste: Deens ontwerp en dat vind ik wel overdreven. Ik zie ook een mooie antieke houten emmer (voor haardhout of zo), maar het is een Japanse en ik wil iets Deens. Er is veel keramiek en uiteindelijk koop ik voor een schappelijk bedrag een oud beeldje van Royal Copenhagen, dat een jonge spreeuw voorstelt. Leuk bij onze andere vogelbeeldjes.

Daarna nog even bij de visserijhaven langs: er wordt duidelijk nog gehandeld en verwerkt; een grote koeltruck wordt geladen en in een oude schuur is een modern visverwerkingsbedrijfje. Terug naar de boot: paling bij de borrel (hardstikke duur: 1 grote paling voor 150 kronen/22 euro). Ik hoef verder niet meer te eten, voor Meine een kans om weer eens zijn befaamde pannekoeken te bakken. Daarna een ijsje bij het restaurant en Meine nog een Irish Coffee; ik begrijp niet waar hij al dat eten laat.

Kerteminde-Lundeborg: (55°08’40N/10°47’2E): 24 mijl. Totaal 549.

Zaterdag 11 augustus.We staan vroeg op, het is miezerig en nat buiten. Ik “douche” weer op de steiger. We varen om 9.30 uit om eerst diesel te tanken en vervolgens daar tegenover boodschappen te doen. Een enorme supermarkt met geweldige kwaliteit: een soort AH superplus. Met de bijbehorende prijzen natuurlijk. We slaan goed is: voornamelijk, groente, fruit, brood en zuivel, want we willen weet een aantal dagen gaan ankeren. Vervolgens verse forel bij het stalletje buiten gekocht. We maken nog een praatje met een Nederlands stel dat met een grote Victoire (12 meter) op pad is en ook in Medemblik ligt.

We varen om 11.30 uit in mist en een beetje regen en weinig wind. We zien nog het wedstrijdveld van de Deense kampioenschappen “BB 10 meter boats”, dat hier gehouden wordt. Ranke schepen met een bemanning van 4.

Weinig wind (NW 2), voor de wind en dat gaat dan ook langszaam. En zéér schommelend, vanwege de golfslag van de grote schepen die hier ook varen. We zien ze niet (mist), maar horen ze wel. Met deze koers moet ik altijd zeer opletten niet zeeziek te worden, dus niet binnen zitten. Verder valt het me eigenlijk wel mee. Ben de gehele reis niet zeeziek geweest, alleen af en toe dat ik het voelde opkomen, maar kon tegen gaan door buiten te zijn. We hebben wel pilletjes, maar die wil ik niet slikken.Als we eenmaal onder de grote brug over de Belt heen zijn, kunnen we de koers iets verleggen en komt er ook iets meer wind: met de spinnaker ruim 6 knopen: een heerlijk rak om te zeilen. De Nederlandsers komen langszaam ons inhalen en ik maak een paar foto’s van hun schip. Misschien dat ik ze die in Medemblik een keer kan bezorgen.

Om 18.00 zijn we bij de haven. Bomvol, maar erg gezellig en ik vind een plekje langszij bij een Duits jachtje. Lekker een visschotel gemaakt. En daarna even wandelen. We zien de Nederlanders en ze nodigen ons uit voor de borrel. (Gert en Greet. Gerrit.bakker@12move.nl). Ze waren net toe aan een desserttaartje plus bijhorende wijn, dus dat smaakt. Erg gezellig, hij vroeger op de kaag Vaurien wedstrijdjes. De namen Rob Meijer en Tony van Oeveren zeggen hem wel wat. Leuke mensen om zeker in Medemblik een keer te gaan opzoeken.

Lundeborg-Thurø Bund: (55°02’50N/10°40’2E): 15 mijl. Totaal 564.

Zondag 12 augustus. Voor we gaan varen nog even het dorp doorgewandeld. Klein en kneuterig. Bij de haven nog even het oude pakhuis ingelopen dat nog door de vissers gebruikt wordt. Wat foto’s gemaakt van het interieur. Zeer authentiek.

We vertrekken om 12.30 met wederom prachtig weer. ZW 2-3 met zon en heerlijk gezeild. Het is een klein stukje tot de baai waar we willen ankeren. Om 16.30 komen we aan. Minder landelijk dan ik verwachtte. Overal huisjes, havens en bootjes. Duidelijk een aantrekkelijk gebied voor de Denen, om een mooi landgoed te hebben.

Het is heerlijk om zoveel mogelijk te ankeren. Dit is nu de 8enacht dat we voor anker liggen. Lekker aan boord koken, beetje lezen en vroeg slapen. (ik vind 23.00 ’s avonds vroeg om te gaan slapen en Meine vindt 11.00 uur vroeg ‘sochtends om te gaan varen.)

Maandag 13 augustus. Het is nog steeds mooi weer, met af en toe een klein buitje. We blijven hier vandaag voor anker liggen. Ik ga met Max wandelen: 1,5 uur en voor haar heerlijk door een koel donker bos. Ons plan om te gaan wandelen laten we schieten, omdat het hier wel heel erg geciviliseerd is.

We zijn van plan te gaan bbq’en. Ik heb een mossel van geplukt en even proefgekookt en gegeten. Prima om er meer te vangen. We wachten echter te lang en het weer verlechterd: meer wind en geen zon: dus geen weer om in het koude water op zoek te gaan naar mosselen. Tegen de avond trekt de lucht weer helemaal open.

Thurø Bund-Svendborg-baai-Aerøskøbing: (54°53’50N/10°24’9E): 26 mijl. Totaal 590.

2007 7 Denemarken Fünen Foto’s

Dinsdag 14 augustus.Vroeg op. Om 9.00 uur varen en om 10.00 uur zijn we in Svendborg. Ik wil dit plaatsje graag zien, maar niet om een hele nacht te overnachten. Er is plaats in de Handelshaven, we sluiten nog even stroom aan en gaan de stad in. Leuke plaats met veel oude gebouwen. Ik koop een paar Trollbead bedels voor de armband die ik van Ilona gekregen heb: ik draag het altijd.

We bezoeken nog even een museum, gewijd aan de historie van alle industrie hier: tabak, bier, smeedijzer, kachels, scheepsbouw. Nog even wat verse groente gekocht en koffie gedronken: ik vergis me bij het bestellen: i.p.v. een espresso bestel ik een Irish Coffee: niet lekker ‘s ochtends en ik drink het dan ook niet op. Terug naar de boot.

Voordat we naar de boord terug gaan, ga ik nog even op zoek naar een zeer oude scheepswerf van houten schoeners en jachten: “Ring Andersen”, is gevestigd op het eilandje Frederiksø en per brug te bereiken en verstopt tussen allerlei andere “normale” werven. Er staat geen naamsaanduiding, maar ik loop toch een erf op waarvan ik denk dat tie het is. Wat foto’s gemaakt van oude werkplaats. Er is overal nog volop bedrijf. Veel onderhoud aan de huidige Deense “bruine vloot” en er komt net een Deens houten jacht van een meter of 20 binnen varen. Een oud gebouw (wit met rood “vakwerk”) trekt mijn aandacht en ik kijk door de ruitjes: wat ik zie is een oude directiekamer met oud bureau, leren fautteuils, een bank en een oude haard. Geen museum, maar nog duidelijk in gebruik. De wand is geheel gevuld met houten modellen van schepen die hier zijn gebouwd. Dit is de plek waar vroeger (en nu) de grote transacties werden gesloten. De werf is opgericht in 1867 en de huidige eigenaar is vierde generatie. In het kantoortje, dat vol hangt met prenten van schepen, waar ik helaas keurig vraag of ik binnen foto’s mag maken (het mag niet), krijg ik wat foldermateriaal: veel schoeners gebouwd, toen ze van hun masten gestript en motoren in gebouwd, toen het zeilen stopte. De laatste nieuwe houten schoeners zijn gebouwd in 1951. en varen nog steeds. Doordat vanaf de jaren 70 er weer herniewde interesse is in houten schepen, is het de werf gelukt haar sterke positie te behouden. (Het sfeertje doet me ook denken aan beschreven in het boek “De nieuwe man” van Thomas Rooseboom). al met al een bezoekje waard.

Vervolgens nog even verse vis gekocht (Zeeduivel) en gaan varen. Al weer mooi weer en een lekkere wind. We willen naar het eiland Ærø en de koers is tegen we wind dus we besluiten om te varen langs de kust van Funen en daan voorbij het eiland Drejø doorsteken en een stukje op de motor tegen de wind. Wel goed opletten i.v.m. de vele ondieptjes. Het blijkt een prachtige tocht. Als we bij het eilandje aankomen is de wind iets gedraaid, waardoor we kunnen blijven zeilen. Hier is het diepe water ook breder, waardoor we een paar lange kruisrakken kunnen maken. We komen precies voor de ingang voor de baai uit. Ook hier weer voor anker, ook als is er weinig plek waar het diep is. Er ligt 1 ander (Nederlands) jachtje. De vis klaargemaakt en heerlijk gegeten. Erbij versgedopte erwten; kun je in Nederlands moeilijk vinden. Als het Max-uitlaattijd geworden is er nog steeds aardig wat wind en ik vraag Meine zijn zwemvest aan te trekken: redelijk donker, veel wind en een eind roeien. Gelukkig doet hij het.

Woensdag 15 augustus.In de loop van de nacht wakkert de wind aan (i.p.v. afzwakken zoals meestal het geval is): we liggen onrustig en redelijk te stampen, dus van slapen komt weinig. ’s Ochtends is het donker slecht weer met buien en is de barometer ook behoorlijk gedaald. We varen naar de haven, ook om het plaatsje Ærøskøbing te bekijken. (….. en om maar weer eens even te douchen). Rond een uur of 12.00 schijnt de zon al weer. Het dorp bekeken: inderdaad zeer authentiek met vele oude vakwerk huisjes in allerlei kleuren. Een soort Loenen aan de Vecht. In een mooi zaakje een tuinattribuut gekocht. Zo langszamerhand begin ik weer te verlangen naar mijn andere paradijs.

Koffie gedronken, althans dat was het plan, maar het werd een biertje met vis/roggebrood in een klein cafe.

Terug naar de boot en omgekleed voor een wandeling meer de natuur in. Bij het strand (vol kleurige piepkleins strandhuisjes) nog even gezwommen: kraakhelder water. Helaas zie ik daardoor alle kwallen ook erg goed. Kan ze weliswaar ontwijken, maar echt leuk zwemmen is er voor mij niet bij. Samen nog een heel eind langs het strand gelopen en via een akker weer terug. Meine gaat een tukje doen en ik loop het stadje nog even in.

’s Avonds de biologische kip klaargemaakt die ik in Svendburg gekocht heb.

Later samen nog een hele tijd buiten gezeten, prachtige zonsondergang en geluisterd naar een klassieke CD.

Aerøskøbing-Lyø: (55°03’20N/10°09’6E): 21 mijl. Totaal 611.

Donderdag 16 augustus. Vandaag is Garmyn jarig en ik moest vanmorgen direct aan haar denken. Zij varen nu ook als het goed is. Het blijft bijzonder zo samen op die leeftijd. Heb haar gebeld. Ze zijn beiden zeer benieuwd waar we zijn en of onze terugtocht i.v.m. het weer een beetje te plannen is. We zullen sowieso proberen hen nog te ontmoeten volgende week.

Vandaag varen naar Lyø. We vertrekken om 12.15. Het wordt waarschijnlijk onze laatste Deense bestemming i.v.m. onze terugtocht, die zo langszamerhand gepland moet gaan worden. Meine heeft regelmatig SMS contact met Hinne, die voor ons het weerbericht analyseert. Het ziet er naar uit dat Zondag t/m Dinsdag een zogenaamd “weergat” ontstaat, waarbij het gunstig wordt om van Cuxhaven naar Vlieland te varen. Daarna weer storm en westenwind-verwachting. Dat laatste zou betekenen dat we de boot moeten achter laten en met de trein terug. Dat natuurlijk liever niet. Het voordeel van op tijd terugkomen is wat mij betreft ook een nadeel, omdat we dan op tijd zijn voor de 24-uurs race. Ik voel dat dit voor mij teveel gaat worden. De vrijdag/zaterdag vlak voordat ik weer ga werken, voelt niet goed. Ik wil eigenlijk wel graag een weekend rustig thuis zijn. De 24-uurs is altijd zeer vermoeiend. Er valt nu nog niet zoveel over te zeggen, omdat we niet weten hoe inspannend de terugreis zal zijn. Bovendien willen we beiden ook wel erg graag tijd hebben om Henk en Garmyn te ontmoeten. Dat is meer waardevol dan de 24-uurs, die er ieder jaar is. Meine is het wel met me eens, maar wil natuurlijk het liefst allebei. Hen ontmoeten én de 24-uurs. Hij hoeft ook nog niet te werken. Zoals het er nu uitziet, denk ik dat ik niet meedoe. Dat we samen de boot uitruimen en nog even de spullen naar Langbroek brengen en dat Meine dat met Reyer mee rijdt naar Medemblik. Ik ga hem dat zaterdagavond wel weer even ophalen. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan.

De wind naar Lyø is NW 4-5. En 6 in buien. We gaan zeer voorspoedig en eigenlijk te snel, want het is lekker varen. We varen buitenom richting het eiland en vlak daarvoor komen we tussen 2 buien terecht. Heel apart en ook heftig. De wind draait alle kanten op, de golven en de zee ook en dus zeer onrustig. We gaan overstag om ook niet te dicht bij het eiland te komen en moeten weer een stuk terug. Het stampt behoorlijk en we zijn beiden aangelijnd, terwijl we in de kuip zitten. Het zal wel meevallen, maar je zou toch en hele rare grondzee kunnen krijgen. Alles gaat goed en we varen het laatste stuk op de motor de naar de haven. Die blijkt klein en helemaal vol. Er weer uit en aan de andere kant zijn een paar plekken tussen palen, dus we gaan hier liggen. We hebben wel weers eens zin om ergens eenvoudig te eten, dus we lopen naar het dorp. Zeer eenvoudig en oud en niet zo toeristisch als Ærøskøbing. Er is dus ook geen restaurant. Wel een klein supermarktje, wat nog net open is en waar ik wat zuivel kan kopen. We drinken een biertje op zijn geïmproviseerd terras. Ook best gezellig. Aan boord eten we soep met Indisch brood.

We besluiten om morgen in 1 dag terug naar Kiel te varen en dan zaterdag door het kanaal.

Lyø-Strande: (54°26’00N/10°10’3E): 47 mijl. Totaal 658.

Vrijdag 17 augustus.Als ik wakker wordt, toch nog maar even over boord om te zwemmen. Misschien wel de laatste keer deze vakantie. Ik hel al zwemmend nog even iemand wiens lijnen langs de palen geheel naar beneden gezakt zijn en maak ze voor hem los. Hij vaart hetzelfde type Vindø als Meine vroeger had. We vertrekken om 11.00 uur, althans dat willen we, maar we blijken aan de grond te zitten. ’s Nachts is de wind wat gedraaid en daardoor is het water weg getrokken vanaf de oever. De plaats waar we liggen is dus ondieper geworden. Toen ik gisteren de box binnenvoer, voelde ik al een soort drempel. Die houdt ons nu vast op de plek. In de box zelf is het diep genoeg. Met veel getrek via extra lijnen (geholpen door de man van de Vindø) en geduw tegen de paal, lukt het ons na een half uur de boot los te trekken. Een mooi begin van de dag.

Het wordt een zware dag: Net te scherpe koers, waardoor de gehele dag de motor er bij moet. Door de harde wind namelijk grote golfslag, waar ons kleine scheepje tegenop moet boxen. Om een beetje vaart te houden, moet de motor er dan wel bij. En zo gaat het 8 uur lang. Bovendien nog 2 zeer heftige buien met veel regen en veel wind (kracht 7 zeker wel). Gelukkig minderen we steeds op tijd het zeil. Dit is dus even niet zo leuk: het gaat eigenlijk alleen om mijlen maken. Meine zegt dan ook: “wat een rotwind”. Dat is het natuurlijk niet, want als je ergens anders naar toe had gewild, hadden we het een heerlijke wind gevonden. Maar goed, dat is ook het mooie aan in de natuur zijn. Het beste zou zijn, je koers volledig te laten bepalen door de windrichting en dat hebben we ook wel een aantal keer gedaan. Vandaag kan dat echter niet. Overigens levert dit weer wel prachtige luchten op. En wat ook  mooi is: als de zon schijnt en er komt bruisend water over, om dan te blijven kijken en de regenboog in de golf te zien!

We zijn om 20.00 uur in Strande en vinden snel een box. Snel omgekleed om uit eten te gaan. Restaurant direct naast de haven. Ik heb behoefte aan vlees en dat hebben ze wel in Duitsland, heb ik eerder gemerkt. Tijdens de maaltijd merk ik dat ik nog steeds wiebelig ben van het varen. Ik realiseer me ook dat ik veel te weinig water heb gedronken gedurende de dag. Ik wilde niet steeds naar binnen met al dat stampen, gezien mijn neiging tot zeeziekte. Ik drink dan ook heel wat mineraal water  en “slechts” 2 glazen wijn. ’s Nachts drink ik nog 4 glazen water!

Zittend in het restaurant bemerk ik wel een soort cultuurhock bij mezelf. ’s Ochtends nog op een piepklein oud Deens boeren eiland en nu weer in het grootse degelijke Duitsland. Ik realiseer me dat je al varend over zee de cultuur en het landschap ook niet geleidelijk ziet veranderen. Water is water dat lijkt hetzelfde. Ineens zijn we weer terug in de bewoonde wereld en komt het eind van de vakantie echt in zicht. We hebben ook ehelmaal niet gedacht aan het wisselen van onze Deense kronen en zo.

Strande-Cuxhaven: (53°52’50N/008°42’50E): 74 mijl. Totaal 732.

2007 8 Denemarken Fünen Foto’s

Zaterdag 18 augustus.Vroeg op (7.00), want we willen vandaag in 1 keer naar Cuxhaven. Dat komt goed uit met de stroom. Rond 18.00 is het hoog water in Brunsbüttel en we kunnen dan met de stroom mee de Elbe op richting Cuxhaven.

Max uitlaten en nog even kijken voor een bakker, want we hebben geen brood mee en we realiseren ons dat we de komende dagen waarschijnlijk danwel ver voor of ver na sluitingstijd van winkels in havens zullen aankomen. Ik vind er een supermarktje vlak bij de haven, die gaat pas om 7.30 open en dan willen we eigenlijk al varen, maar ik besluit toch te wachten. Ik ben de eerste en al snel staan er nog zeker 10 anderen ook te wachten. Allemaal bejaarden, sommigen met rollator, die haast hebben. Ik besluit ze niet voor te laten gaan en ben als eerste bij het verse brood. Wat me opvalt is dat de bediening ongelofelijk gestresst lijkt. Ook oudere mensen, die bijna onderdanig beleefd de klanten benaderen en met trillende handen proberen zo snel mogelijk broodjes in een zak te doen. Ook bij de kassa hetzelfde verhaal. Zowel klanten als personeel lijken haast te hebben. En waarom. De jongste bediende lijkt nog niet aangetast door dit cultuurtje.

We varen even voor 8.00 uur uit en dat is mooi. Na een uur zijn we bij Holtenau en we verwachten daar nog zeker 1 uur te moeten wachten voordat we de sluis in kunnen. Als we echter aankomen zijn net alle jachtjes naar binnen aan het varen en wij en nog 2 andere laatkomers kunnen er nog precies bij. Dat is geluk hebben, want het kanaal zelf doorvaren duurt wel zo’n 10 uur en we komen dan waarschijnlijk mooi uit met de stroom. Zo’n 2ekeer het kanaal door wordt al meer eentonig. Ik maak nog wat foto’s van schepen en van de brug met een hangende pont. Die was op de heenweg in renovatie. Nu weer operationeel en een mooi gezicht. Ook nog foto’s gemaakt van een oude brug met veel gietijzer. Ik heb alle tijd om foto’s en verslag bij te werken. Bij Brunsbüttel aangekomen willen we diesel tanken, maar er is niemand, dus we gaan ervan uit dat het dicht is. Bovendien staat net op dit moment de sluis open en we kunnen er zo in varen. Helemaal vol met een partyschip en vele jachten. Men had erg lang gewacht, dus wij hebben geluk. Maar niet tanken dus. Achteraf horen we van iemand dat je dan op een bel moet drukken en dat er dan iemand komt. Meine vult de tank bij met het 10 liter tankje dus daar halen we Cuxhaven wel mee. Voor de tocht naar huis moeten we echter wel tanken. Onze tank is klein (60 liter), dus die moet wel vol zijn voor de terugreis.

Om 19.15 verlaten we de sluis. Een mooie ruistige avond met zon. Helaas geen wind en ondankt de stroom mee. (op een gegeven moment + 4,5) moet de motor erbij. Tijdens het varen gekookt en buiten gegeten. Om 21.45 varen we Cuxhaven binnen. Wederom met zeer sterke stroom die langs de haveningangs gaat. Sterk tegensturen. De haven ligt zeer vol en we nemen een leeg plekje. Weliswaar met een rood teken, maar we mogen blijven liggen tot morgenonchten 09.00 uur. We blijven hier een dag, omdat we moeten tanken, maar ook om uit te rusten van de 2 inspannende dagen hiervoor. Bovendien zijn er havendagen in Cuxhaven. Als we komen haven zien we in het donker de lichten van een reuzenrad en van een aantal verlichtte “Tall Ships”.

Zondag 19 augustus.Niet echt uitgeslapen en ik voel al een beetje de stress opkomen voor de terugtocht. Hoe zal het gaan? De weerberichten geven aan dat er een klein positief weergat is, maar daar moeten we dan wel gebruik van maken. Vanaf 06.00 uur is het druk in de haven van alle schepen die uitvaren, om dit te doen. Wij niet vanwege de aangegeven redenen. Dat is wel spannend, want zullen we dan ook nog goed weer hebben. Vanaf 8.30 zijn we al direct in touw: boot verhalen naar een andere plek, douchen, de was doen, diesel halen bij een tankstation (gelukkig niet 5 keer op en neer met ons kleine tankje, maar met een fiets + karretje en 2 grote tanks van de haven). Bovendien lijkt het erop dat we kortsluiting hebben, omdat telkens de stoppen doorslaan bij verschillende stopcontacten. Meine gaat op onderzoek maar kan niets vinden. Maar even laten zitten. Misschien ligt het aan het systeem hier op de haven.

In de middag gaan we naar de havendagen. Het is een soort combinatie, tussen een braderie, kermis, bierfeest en maritiem gebeuren. Meine en ik samen in het reuzenrad. We doen maar mee in de sfeer en eten een worstje en drinken  een biertje. Veel publiek. Als je goed kijkt, valt op dat veel mensen chagrijnig kijken en niet echt lijken te genieten. We maken nog een praatje bij de stand van de Duitse Reddingsmaatschappij. Ik vertel ons verhaal en doe een Spende van 50 euro per jaar om ze te ondersteunen. De “Herman Helms” die ons “gered” heeft ligt er ook en is te bezichtigen. Helaas vaart hij net uit als we er aankomen.

Terug naar de haven en lekker uit eten in het haven restaurant. Prima kwaliteit voor een schappelijke prijs. En lekker buiten deze keer, ook al miezert het af en toe. We gaan om 21.30 uur slapen en ik droom dat we ergens wonen met een aantal mensen tegelijk. Ook samen in een soort slaapzaal. Op een gegeven moment zeg ik: “Ik wil weer in ons huis in Langbroek wonen”, en wordt wakker. Misschien wel een teken dat ik het wel even genoeg vind en graag naar huis wil.

Cuxhaven-Vlieland: (5°05,494E/53°17’68N): 155 mijl. Totaal 887.

Maandag 20 augustus en dinsdag 21 augustus

Om 06.00 uur wakker. De zon komt op. Een mooi begin van wat een lange dag gaat worden. Lekker gunstig windje en al snel varen we buiten. Op zee komen we nog een replica van een Koggeschip tegen.

Het weer op langere termijn ziet er niet goed uit en als we weer net als op de heenreis de Duitse eilanden aandoen, konden we daar wel eens vast komen te liggen. We besluiten om door te varen. De dag is eigenlijk best prachtig. We maken wat foto’s. De foto die Meine van mij maakt, vind ik na de vakantie een heel mooi beeld geven van hoe ontspannen ik ben. Ik lijk wel 18 jaar (nou ja) op die foto. Meisjesachtig! Apart dat er deze hele vakantie best stress was met onvoorziene zaken en materiaal dat kapot ging, maar dat het uiteindelijk ook zeer ontspannen was. Later (ik schrijf deze laatste dag van het reisverslag pas een jaar later) zal ik het foto-tje verkleinen en in het gouden medaillon doen dat ik Tseyang geeft voor haar afstuderen.

Af en toe wel weer zeer onstuimige luchten en ook is er een windwaarschuwing met windkracht 7 voor de Duitse Bocht en de Oostzee. We hopen en gokken dat we voordat het nacht wordt we voorbij het buiengebied zijn. Tegen het eind van de middag nemen we ook nog even contact met Hinne op om hem advies te vragen. Hij kan thuis via zijn internet de meest recente weerberichten bekijken. Hij is het met ons eens.

Vlak voordat het donker wordt komt er nog een hevige bui opzetten. Er komt gelukkig meer water dan wind uit. Meine vangt het allemaal op. Na de bui maak ik nog een paar foto’s van de kalme zee en de zon die ondergaat. Uiteindelijk wordt het een prachtige nacht. Af en toe nog wat dreiging maar verder rustig. Jammer dat de wind bijna wegvalt en we bijna de gehele nacht op de motor moeten varen.

Prachtig donker. Veel sterren, twee keer een vallende ster en op het moment dat ik vaar en Meine slaapt, licht de zee op terwijl we er door varen. Heel rustig.  De eerste keer dat ik “wacht” heb, ben ik heel zenuwachtig. Ik kan me heel moeilijk oriënteren. Ik zie geen horizon en wel veel lichtjes in de verte (vissersboten) en door de deining word ik duizelig. Steeds ingespannen turen op het kompas dus om te zorgen dat ik op koers blijf. Ik blijf ook handmatig sturen en zet niet de automaat erop. Op deze wijze blijf ik wakker. Als Meine het overneemt ga ik lekker slapen en dat lukt goed. Bij de 2ewacht heb ik geen last meer van desoriëntatie en geniet ik volop. De Duitse vlag hebben we inmiddels gestreken en het wordt langszaam licht.

Max slaapt. Het is inmiddels 26 uur geleden dat ze uit is geweest en ze houdt zich goed. Heel weinig te eten gegeven. Een beetje pasta en ook zo weinig mogelijk drinken. Ik merk dat ze zich vanzelf ook rustig houdt en niet begint te hijgen (een teken dat ze uit moet). Als we later aan wal gaan in Vlieland, laat ik haar natuurlijk direct uit (na 32 uur uiteindelijk). Ze neemt dan nog de tijd om rustig een plekje te zoeken.

Het is inmiddels dinsdag geworden.

Met de zon in de rug, Meine dit slaapt en ik met de lifeline aangehaakt, want je weet maar nooit, vaar ik heerlijk verder.

Natuurlijk hebben we toch nog even pech! Dat hoort zo deze vakantie. Ten eerste lopen de lagers van de overloop van de grootschoot er uit. We knopen de schoot anders vast en Meine repareert.

Later merk ik tijdens het varen dat er rook vrij komt! Direct weer zon weeg gevoel van stille paniek in mijn buik. Het blijkt dat de dop waar de watertoevoer van de motor te zien is, te stevig vast zit en daardoor vacuüm zuigt. Steeds even het luik omhoog dus, controleren en indien nodig de dop even los draaien.

Jammer wel dat we de gehele tocht bijna op de motor moeten varen. Als we die uit zouden zetten gaat het echt te langzaam en ook voor vandaag worden weer buien verwacht. Inderdaad begint na de middag de wind aan te wakkeren. Op zich fijn, maar een zware bui zo op het eind hoeft voor mij niet zo. Uiteindelijk varen we rond 15.00 vlak bij Vlieland. We moeten ten Noorden van het eiland nog een heel stuk doorvaren om de laatste boei te pakken. Dat gaat goed en uiteindelijk zijn we net voor de bui en harde wind binnen.

We krijgen een mooie plaats in de haven, die zeer vol ligt. De havenmeester heeft echter snel in de gaten (omdat ik dat natuurlijk snel vermeld. Ik ben erg trots en blij dat we dit gedaan hebben en dat het goed gegaan is) dat we in één stuk uit Cuxhaven zijn gekomen en begrijpt dat we wel lekker rustig in een eigen box willen liggen en niet tien-dik.

Snel ga ik Max uitlaten. Die lijkt geeneens zo’n hoge nood te hebben.

Het fijne van al op dinsdag in Nederland terug zijn, is dat we nog een paar dagen de tijd hebben, voordat ik weer moet gaan werken.

We genieten de volgende dagen dan ook volop van Vlieland. Het is mooi weer, we maken een paar mooie wandelingen en gaan natuurlijk heerlijk uit eten. Onder andere Kreeft bij restaurant De Wadden.

Meine gaat ook nog even een biertje halen bij een man die we tegenkwamen en die net terug is van een jaar (!) varen in zijn eentje met zijn zeiljacht “The V Symphony”. Hij is helemaal achter in Finland geweest op plekken waar het nog echt rustig is. Hij is ook net terug en is net zo als ik behoorlijk praatgraag. Bijzonder om zo iemand te ontmoeten.

Vlieland – Medemblik: (52°46’20N/ 05°07’20E):  43 mijl. Totaal 920.

Vrijdag 24 augustus

Vandaag gaan we dan echt terug naar Medemblik. Het is de dag van de 24 uurs race, maar daar zullen we deze keer niet aan meedoen.

We varen lekker buiten om Texel me mooi weer. Ook nu weer te weinig wind en de motor er bij. Op het moment dat we weinig stroming, hebben zetten we de motor uit en laten we ons schip dobberen. Alle drie (ook Max dus) overboord om lekker te zwemmen. Een apart gewaarwording, zo alle drie los van het schip. We zorgen er wel voor dat steeds één van ons de sport-yak vast houdt, want je weet maar nooit. Het is een hééél eind zwemmen naar de kust.

Via het molengat varen we naar Den Oever om door te sluis te gaan. Als we op het IJsselmeer aankomen is daar precies het moment van de start van de 24uurs. Ik maak nog een laatste foto en we varen naar de haven.

2007 9 Denemarken Fünen Foto’s